De risico’s voor de gemeente zijn:
- Renterisico op de vlottende schuld;
- Renterisico op de vaste schuld;
- Kredietrisico verstrekte geldleningen.
Ad. 1. Renterisico op de vlottende schuld
De kasgeldlimiet is een belangrijke graadmeter voor de beoordeling van de liquiditeitspositie. De kasgeldlimiet is het maximumbedrag dat is toegestaan aan de gemeente om haar (kapitaal)uitgaven te financieren met kortlopende geldleningen (vlottende schuld). De kasgeldlimiet wordt bepaald door een percentage (8,5%) van het begrotingstotaal van de gemeente. Voor 2020 bedroeg de kasgeldlimiet afgerond € 18,1 miljoen. De liquiditeitspositie in relatie tot de kasgeldlimiet in 2020 wordt in onderstaande tabel per kwartaal weergegeven.
Liquiditeitspositie 2020 (per ultimo) | 1e kwartaal | 2e kwartaal | 3e kwartaal | 4e kwartaal |
---|---|---|---|---|
Toegestane kasgeldlimiet | ||||
1. in procenten van de grondslag | 8,5 | 8,5 | 8,5 | 8,5 |
2. in bedrag | 18.091 | 18.091 | 18.091 | 18.091 |
Omvang vlottende korte schuld | ||||
3. Opgenomen gelden < 1 jaar | 30.667 | 7.000 | 0 | 0 |
4. Schuld in rekening courant | 0 | 0 | 0 | 0 |
5. Gestorte gelden door derden < 1 jaar | 0 | 0 | 0 | 0 |
6. Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal vlottende korte schuld | 30.667 | 7.000 | 0 | 0 |
Omvang vlottende middelen | ||||
7. Contante gelden in kas | 0 | 0 | 0 | 0 |
8. Tegoeden in rekening courant | 835 | 123.133 | 124.190 | 112.732 |
9. Overige uitstaande gelden < 1 jaar | - | - | - | - |
Totaal vlottende middelen | 835 | 123.133 | 124.190 | 112.732 |
Toets kasgeldlimiet | ||||
10. Totaal netto vlottende schuld | 29.832 | -116.133 | -124.190 | -112.732 |
11. Toegestane kasgeldlimiet | 18.091 | 18.091 | 18.091 | 18.091 |
Ruimte (+) / overschrijding (-) | -11.741 | 134.224 | 142.281 | 130.823 |
Bedragen x € 1.000 |
Onder een vlottende of korte schuld worden schuldtitels gerekend met een rente-typische looptijd korter dan één jaar. De belangrijkste vormen hiervan zijn (opgenomen) daggeld- en kasgeldleningen en rekening-courantkrediet. De gemiddelde korte schuld per kwartaal mag de kasgeldlimiet aan het einde van drie achtereenvolgende kwartalen niet overschrijden. Aan het einde van het derde kwartaal moet in zo’n geval de korte schuld omgezet worden in een vaste schuld. De beleidslijn van de treasuryfunctie is om bedragen tot de kasgeldlimiet te financieren met kort geld. Dit gebeurt omdat financiering met kortlopende geldleningen goedkoper is dan met langlopende geldleningen. Op lange termijn is het renterisico op kortlopende geldleningen echter groter omdat de rente snel kan wijzigen. De rente op langlopende geldleningen wordt voor een vooraf bepaalde periode vastgezet, waardoor de gemeente voor een langere periode rekening kan houden met stabiele financieringslasten.
In 2020 is in het eerste kwartaal 2020 incidenteel afgeweken van de regel om maximaal tot de kasgeldlimiet te financieren met kort geld. Reden hiervoor was de aanstaande verkoop van de Eneco-aandelen en de beoogde overliquiditeit. Omdat bekend was dat de verkoop van de aandelen de gemeente minimaal € 80 mln. zou opleveren, was het niet noodzakelijk om in 2020 nieuwe langlopende geldleningen aan te gaan.
Door het eerste kwartaal alleen kasgeldleningen aan te gaan, kon op de rentelasten worden bespaard. Het eerste kwartaal was daardoor sprake van een overschrijding van de kasgeldlimiet. Op basis van de wet is dit niet toegestaan echter schrijft de wet ook dat pas wanneer dit dreigt te gebeuren voor een derde (aaneengesloten) periode dient dit te worden gemeld en een verbeterplan te worden opgesteld. Dit is niet van toepassing geweest.
Vanaf het tweede kwartaal was door de verkoop van de Eneco-aandelen sprake van overliquiditeit. Deze overtollige liquide middelen zijn op de gemeentelijke schatkistrekening gestald.
Ad. 2. Renterisico op de vaste schuld
Voor de financieringspositie is de renterisiconorm van belang. Het doel van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s op de vaste schuld. De norm geeft aan over welk maximaal bedrag per jaar renterisico gelopen mag worden. Dit betreft onder andere leningen waarvan de rente herzien gaat worden, maar ook de herfinanciering van aflossingen. Door spreiding in de tijd van aflossingen en herzieningen wordt het renterisico verkleind. De renterisiconorm wordt berekend met een wettelijk vastgesteld percentage van het begrotingstotaal. Dit percentage is bepaald op 20 en betekent voor onze gemeente een renterisiconorm van afgerond € 43 miljoen.
Renterisico 2020 | Actuele | Realisatie |
---|---|---|
1. Renteherziening op vaste schuld o/g | - | - |
2. Aflossingen | 42.000 | 41.971 |
3. Renterisico (1+2) | 42.000 | 41.971 |
4. Renterisiconorm | 42.566 | 42.566 |
5a. Ruimte onder renterisiconorm (4>3) | 566 | 595 |
5b. Overschrijding renterisiconorm (3>4) | - | |
Berekening renterisiconorm | ||
4a. Begrotingstotaal van 2020 | 212.832 | |
4b. Percentage ministeriële regeling | 20% | |
Renterisiconorm 2020 (4a x 4b) | 42.566 | |
Bedragen x € 1.000 |
In deze tabel is de renteloze financiering van de grondexploitatie Leidschendam-Centrum opgenomen. Met het oog op de inkomsten uit de verkoop van de Eneco aandelen in 2020 liepen veel geldleningen in 2020 af. Daarbij was het beleid erop gericht om, binnen de toegestane norm, in 2020 maximaal af te lossen op de vaste schulden. In de realisatie is de gemeente in 2020 binnen de renterisiconorm gebleven.
Ad. 3. Kredietrisico verstrekte geldleningen
Het kredietrisico op verstrekte geldleningen wordt omschreven als de mogelijkheid van een waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) kunnen nakomen van de verplichtingen door de tegenpartij. In onderstaande tabel is een overzicht per risicogroep opgenomen.
Risicogroep | Hypothecaire zekerheid | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 |
---|---|---|---|
1. Hypotheken aan personeel | ja | 27 | 23 |
2. Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland (excl.rekeningcourant) | gedeeltelijk | 1.194 | 891 |
Totaal | 1.221 | 914 | |
Bedragen x € 1.000 |
Toelichting
- De gemeente verstrekt geen nieuwe hypotheken meer aan personeel. De daling t.o.v. 2019 betreft de ontvangen aflossingen op de hypothecaire lening.
- Het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVN) zet op voordracht van de gemeente geldleningen uit in de sector volkshuisvesting. De gemeente heeft de opbrengst uit de verkoop aandelen Bouwfonds gebruikt voor de storting in het fonds als een geldlening. Een gedeelte van het gestorte bedrag is door SVN vastgelegd in verstrekte geldleningen aan derden tot een bedrag van circa € 0,9 miljoen. Er is een klein risico dat de verstrekte geldleningen niet worden terugbetaald. Daarnaast is een bedrag bij het SVN beschikbaar in de vorm van een rekening-courant met de gemeente tot een bedrag van € 3,4 miljoen.
Gezien de hoogte en de samenstelling van de portefeuille verstrekte geldleningen loopt de gemeente nauwelijks kredietrisico's.