Algemeen
De gemeente Leidschendam-Voorburg heeft samen met de provincie Zuid-Holland, het Rijk en buurgemeente Voorschoten de ambitie om het karakteristieke landschap tussen beide gemeenten te behouden en te versterken. Dit gebied noemt men de 'Duivenvoordecorridor'. De grondexploitatie, behorende bij de ontwikkeling van dit gebied, heeft de naam 'Vlietvoorde' gekregen.
Ontwikkelingen 2020
De laatste fase van de subsidie 'Sanering verspreide glastuinbouw' is verantwoord aan de provincie in september 2020.
Voor de (zuidelijke) hoofdstructuur is in 2020 een definitief ontwerp van het landschappelijk raamwerk afgerond. Er zijn voorbereidende werkzaamheden (zoals ophogen en voorbelasten) uitgevoerd. De polders waar geen woningbouw plaatsvindt kunnen reeds worden ingericht in 2021.
De gemeente heeft in 2019 en 2020 verkennende gesprekken gevoerd met initiatiefnemers voor de locaties Noorthey en het Schakelstuk. In 2021 zullen de gesprekken een vervolg krijgen. Ook voor de deellocatie West worden in 2021 verkennende gesprekken gevoerd met een ontwikkelaar.
En in 2021 wordt gestart met de bouw van het deelplan De Coulissen op de voormalige locatie van Kwekerij De Bosrand aan de Noortheylaan.
Resultaat Grondexploitatie
Het resultaat van de grondexploitatie bedraagt op basis van de 1e herziening 2021 circa € 4,9 mln. nadelig op eindwaarde (31 december 2025). Opgemerkt wordt dat het resultaat van de grondexploitatie sterk afhankelijk is van de te realiseren verkoopprijzen van het te realiseren woningbouwprogramma. Deze verkoopprijzen zijn ingeschat door externe deskundigen. Omdat de ingeschatte verkoopprijzen prognoses betreffen en op dit moment niet met zekerheid zijn vast te stellen, is een bandbreedte waarneembaar.
Risicoprofiel
Op de grondexploitatie is een risicoanalyse uitgevoerd ter bepaling van het risicoprofiel. Het risicoprofiel is bepaald door middel van scenarioanalyses en berekend op circa € 1,78 miljoen.
Verliesvoorziening
De gemeente houdt bij het treffen van de voorziening rekening met de verwachte toekomstige rentelasten en prijsstijgingen en treft de voorziening op eindwaarde. Hierdoor is de getroffen verliesvoorziening van € 4,9 miljoen toereikend om het verwachte tekort op einddatum af te dekken.